KOSTER Heinrich
Heinrich Jochumse Koster van Minden, Duitsland. Hy kon dalk 'n kind van Jochem gewees het. Hy word 'n burgher in 1667. Hy trou met Dirkje Everts. Sy was die doger van Maria Willemse (van Utrecht) en haar man Evert Cornelissen / Cornelisz (van Emmen) wat as familie saam Kaap toe gekom het op die "Europa" in 1673.
In 1667 verskyn hy in die monsterrol as plaaskneg van Willem Schalk van der Merwe. In 1683 het hy en Hendrik Dirksz die reg gekry om hout vir die Kompanjie en vryliede te voorsien. Hy was alreeds 'n houtkapper in 1670 en was nog steeds een in 1695, en hy verskyn nog as een in 1700 en 1707. Hy was ook aangekla dat hy hout gekap het in verbode terrein die 20 Sep 1680 en 13 Jul 1682.
Hy het vir die Sweed Lourens Cornelissen, Trijn Ras se man, aangeval en amper doog gemaak in 1672
http://tanap.amtex.nl/_xml/ Dingsdagh den 28e December 1717, voormiddagh. Huijden 24e December 1717 compareerde voor mij, Willem van Taack, eerste geswoore clercq ter Polliticque Secretarije alhier aan Cabo de Goede Hoop, in presentje van de naer te noemene getuijgen, den vrijburger Hendrik Coster, [2] van competenten ouderdom, dewelke verklaarde ter requisitie van Maria van Brakel, wede. wijlen Jacob Louw, hoe waar ende waaragtigh is dat hij in den jaare 1668 bij den burger Jan Pietersz. Louw, [3] in de wandelingh Broertjen gent., als knegt sigh verhuurt hebbende, in de tijd dat aldaar heeft gewoont hem door sijn baas is aangewesen geworden seker stuk lands, groot sestigh morgen, door den selven van Jan Coenraadsz. Visscher gecogt, strekkende van zijn eijgen plaats langs de Liesbeeks Rivier opwaarts aan, het welke als doen ook geheel beploegt is geweest, dat voorne. Broertje hem compt. mede heeft gesegt de fontain die tegenwoordigh in ’t land van Hans Casper Geringer gemeten is, ook de zijne te wesen, met bijvoegingh dat wel wenste deselve nader aan zijn oude land mogte leggen, soo dat den compt. volgens bovengesegde aanwijsingh voor seker betuijgt dat alle ’t geene sedert na die kant van Jan Dirksz. de Beer [4] is toegevoegt, zijnen gewesen baas Jan Pietersz. Louw opgem. heeft toebehoort, verklarende den compt. wijders niet meer, gevende voor redenen van wetenschap als in den text, met belofte om zijne depositie, des noods zijnde, met solemneele ede nader te willen gestand doen.
KINDERS
Jochum gedoop 8 Jul 1696 (getuie Laurensje Laurens)
Evert gedoop 9 Nov 1697 (getuie Gerrit Jans Visser en Jannetie Hendriks Thielemans)
Maria gedoop 18 Maart 1703 (getuie Aaltie Willems) X Conrad Feyt, XX Gottlieb Christiaan Opperman
Hendrik gedoop 4 Okt 1705 (getuie Hendrik Collert en Maria Vissers)
Margrietje gedoop 13 Apr 1708 (getuie Dirk Vermeulen en Jannetie Rutgertroost)
Hendrik en Maria was ook die getuie by die doop van Hendrik Koekemoer (seun van Jochem Koekemoer en Maria Putter)
Hendrik het nog gelewe in 1731
In 1719 word Hendrik en Maria voogde van die Kaapse kerk. Hendrik het 'n skoenmaker geword en in 1752 het hy toesteming gevra om in Swartland te gaan woon
Bronne:
GC de Wet, Vryliede en Vryswartes aan die Kaapse Nedersetting 1657 - 1707
J Hoge, Personalia of the Germans at the Cape
SAG
Inligting verskaf deur M Upham op Buitenposten
Persoonlike inligting van Richard Ball
Bydrae:
AM van Rensburg
Navorsing:
- Hits: 11215